Neushoornman Vungu uit Blijdorp overwint “buitenvrees”

Rob Doolaard/Diergaarde Blijdorp

Rob Doolaard/Diergaarde Blijdorp


Rotterdam, 16 oktober 2013

De nieuwe (zwarte) neushoornman Vungu uit Blijdorp voelt zich sinds enige tijd veel meer op zijn gemak. Dit heeft wel even geduurd. Vorige maand arriveerde hij uit de dierentuin van Howletts (Engeland) om zijn intrek te nemen in de gerenoveerde dikhuidenvleugel van de Rivièrahal. De eerste weken kon hij maar moeilijk wennen en zat in een hoekje te kniezen. De verzorgers wilden graag dat hij ook het buitenverblijf zou gaan verkennen, maar er viel niet veel met hem te beginnen. Dit veranderde toen hij tijdelijk van verblijf wisselde met zijn buurvrouw, het jonge neushoornvrouwtje Naima. Daar trof hij namelijk een flinke mesthoop aan die klaarblijkelijk voor hem een aanlokkelijke geur verspreidde en de aanwezigheid verried van een jong vrouwtje. Vanaf dat moment werd hij helemaal ‘zen’ en knapte zienderogen op. Niet veel later durfde hij ook de stap naar buiten te wagen en dat is een hele stap vooruit.

Zwarte neushoorns staan over het algemeen niet bekend als een makkelijk te houden diersoort. Ze hebben van nature een vrij opvliegend karakter en leven in principe solitair. Alleen als het vrouwtje in cyclus is, zoeken ze elkaar op. Bij Vungu en Naima zal dit nog een paar jaar duren, want Naima is pas twee jaar oud en nog te jong voor een ’romance’.Blijdorp heeft wel als doel om in de toekomst te kunnen bijdragen aan het fokprogramma van deze ernstig bedreigde diersoort.

In het wild ziet het er bijzonder slecht uit voor de zwarte neushoorn. Van alle nog resterende wilde neushoorns leeft 75% in Zuid-Afrika en dat zijn er hooguit een paar duizend. Maar ondanks grote inspanningen om neushoorns te beschermen tegen stropers, gaat het stropen in rap tempo door. Sinds 2007 is de neushoornstroperij in Afrika met meer dan 6000 procent gestegen. Dat betekent in de praktijk dat er meer dan twee per dag worden gedood! Het is dus extra belangrijk dat dierentuinen hun uiterste best doen om deze bijzondere diersoort in stand te houden.